Investeringen in het Dorpshart aan de Amstel
Investering infrastructuur dorpscentrum
Voor de investering in de infrastructuur is een budget van € 7 miljoen ter beschikking gesteld. Voor de aanleg van deze groene verkeersstructuur heeft de Stichting Leefomgeving Schiphol (SLS) een subsidie toegekend van € 500.000. Op het moment van toekenning van het investeringsbudget werd nog samen met de Vervoerregio Amsterdam bekeken of de nieuwe verkeersstructuur aansloot bij de afzonderlijke programma’s die een bijdrage leveren aan algemene verkeersveiligheid, stimulering van de fiets, openbaar vervoer en veilige inrichting van de infrastructuur voor auto’s.
Op 10 juni 2021 heeft de Vervoerregio besloten een subsidie te verlenen van € 2.243.345 met als doel de verkeersveiligheid en leefbaarheid op enkele tracés binnen het dorpshart te verbeteren. In het verleende bedrag is een rijksbijdrage van € 388.172 vanuit de Rijksimpuls verkeersveiligheid inbegrepen. De subsidieverlening heeft een daling van de begrote kapitaallasten tot gevolg van circa € 89.700.
Inmiddels is de uitvoering van de werkzaamheden in volle gang en deze zullen zeker niet voor eind volgend jaar worden afgerond. Er is enige vertraging ontstaan doordat er op enkele plekken onder het bestaande wegdek vervuiling werd aangetroffen. Ook de bestaande kabels en leidingen werden niet altijd aangetroffen conform de beschikbare tekeningen.
Investering herinrichting openbare ruimte
Een ander belangrijk onderdeel van de centrumplannen betreft de herinrichting van de openbare ruimte. Hiervoor is een budget van € 3 miljoen ter beschikking gesteld, verdeeld over de jaren 2021 en 2022 (respectievelijk € 1 miljoen en € 2 miljoen). Realisatie van de herinrichting moet aansluiten op de realisatie van de nieuw ingerichte wegen. Omdat de nieuwe inrichting van de wegen wat langer doorloopt door enkele onvoorziene extra werkzaamheden en een latere start van de uitvoering, wordt voorgesteld de geraamde investeringsbedragen beide 1 jaar door te schuiven en op te nemen in 2022 en 2023.